HET AANPLANTEN EN ONDERHOUDEN VAN SIERGRASSEN
De soorten siergras die wij in ons assortiment hebben zijn over het algemeen de sterkere soorten. De hoogte van de siergrassen varieert van 20 cm tot 400 cm afhankelijk van de soort. Siergrassen hebben nagenoeg geen last van schimmels of ongedierte.
Bij het aanplanten van een border met siergrassen zet men de hoogste grassen achterin, de laagste grassen voorin en de rest er trapsgewijs tussenin. Men kan siergrassen combineren met planten die in het voorjaar bloeien. In de zomer en het najaar nemen de grassen het over.
De pluimen van de grassen wuiven het hele najaar in de wind, sterven af in het late najaar om dan over te gaan in het winterse aanzicht. Dit werkt tevens als bescherming van de planten tegen de kou.
In het vroege voorjaar worden de planten afgeknipt tot 5 à 10 cm boven de grond waarna deze in enkele maanden tijd weer uitgroeien tot de oorspronkelijke lengte.
Over de plantafstand van de siergrassen bestaan vele verschillende adviezen.
Enkele vuistregels zijn:
– Hogere grassen kan men verder uit elkaar zetten dan lagere grassen.
– Bij een ruime plantafstand heeft men het eerste jaar wat meer onderhoud.
– Wanneer het budget voor beplanting wat kleiner is, plant men de grassen over het algemeen wat ruimer uit elkaar.
– Er zijn grassen waar 2 planten per vierkante meter een mooi resultaat geven.
Vóór het uitplanten wat mest door de grond werken, waarna je de planten uitzet/verdeelt in de border (planten in de pot laten zitten). Als de planten naar tevredenheid zijn verdeeld, haal je de potten eraf en graaf je de planten in de grond. De planten wat water geven, de border vlak harken en de klus is geklaard.
Bij droog weer na het uitplanten, regelmatig water geven. Als de siergrassen goed zijn aangegroeid, kunnen ze droog weer goed verdragen.